vrijdag 14 maart 2008

Beste meneer Barnhoff

U leeft in een saai huis, een lelijk huis met vale gordijnen, met beschimmelde tapijten. Uw huis is zelfs zo lelijk dat ik haast onpasselijk werd toen ik op de drempel stond. U heeft uw huis geërfd van een oplichter. Hij heeft het gestolen van een nobele baron. Mijn vader heeft hem goed gekend. De baron was zeer gerespecteerd. Hij fietste rond en hielp mensen uit de nood. U heeft uw huis geërfd van een moordenaar. U bent ook een moordenaar. Uw vrouw is een heks. zij moet uit mijn buurt blijven. 

Ik hoef uw geld niet. Uw geld is van dubieuze bron. Wij zijn eerlijke mensen, wij hoeven uw smerig geld niet.

hoogachtend
de familie Horst 

Geen opmerkingen: